De Interactie van Zuid-Holland

Provincie Zuid-Holland | maart 2024 Met het voorstel Ruimtelijke koers voor Zuid-Holland presenteert de provincie een nieuwe koers voor de toekomstige verdeling van de ruimte. Het is op 4 maart 2024 formeel vastgesteld door Provinciale Staten. Het betreft geen blauwdruk, maar is eerder een strategisch afwegingskader, dat samen met partners is geconcretiseerd en verdiept. Er zijn vier sturende principes:
    1. Een toekomstbestendige leefomgeving is topprioriteit.
    2. De acceptatie dat niet voor alles ruimte is in Zuid-Holland.
    3. Sturing op kwaliteit en maximale maatschappelijke toegevoegde waarde.
    4. Het houden van rekening met de maatschappelijke kosten en baten op de korte en lange termijn.
Er waren ambtelijke en bestuurlijke dialoogsessies, er werden dwarsverbindingen gelegd met andere trajecten zoals het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG) en NOVEX-aandachtsgebieden, alsmede zijn regio’s – zoals de Haagse regio, de Drechtsteden, de regio Gorinchem bevraagd – hoe zij voor hun gebied de ruimtelijke puzzel zien. Ook werden 5800 inwoners geraadpleegd. De presentatie en het verslag van de participtie van bewoners en partners maakt de totstandkoming van dit plan bijzonder. Interactie is bij de provincie Zuid-Holland een logisch onderdeel geworden van het provinciaal openbaar bestuur. Het is tot een vorm van co-creatie gemaakt. Een stijlkeuze. Een provincie die contact zoekt en nabijheid creëert! Dat is een groot goed. Download rapport.

Denkend aan Nederland (en de Zee)

Thinking of the Netherlands (and the Sea)

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | maart 2024

Hoe te denken over Nederland en de zeespiegel die stijgt en stijgt? Ruimte voor zeespiegelstijging gaat over denkrichtingen om dit land op lange termijn veilig en leefbaar te houden. Welke opties zijn er? Het rapport biedt bouwstenen om de puzzel van politiek-bestuurlijk haalbare, technisch realiseerbare en financieel mogelijke ingrepen te leggen. Het brengt publieke waarden en hun risico’s (lees risico als ‘mogelijke schade aan gestelde waarde’) in elkaars verlengde. How to think about The Netherlands and rising sea levels. This report by the Ministry of Infrastructure and Water Management is about ways to keep this country safe and livable in the long term. What options are there? The report provides the first building blocks to assemble the puzzle for politically and administratively feasible, technically realisable, and financially affordable interventions. It aligns public values and their risks (read risk as potential damage to set value).

Het Kennisprogramma Zeespiegelstijging – een landelijk onderzoeksprogramma van het ministerie van Infrastructuur en Water en de Deltacommissaris – komt met drie denkrichtingen, die zijn uitgewerkt door drie consortia van adviesbureaus, wetenschappers, overheden en maatschappelijke organisaties.   The Sea Level Rise Knowledge Programme—a national research programme of the Ministry of Infrastructure and Water and the Delta Commissioner—proposes three schools of thought developed by three consortia of consulting firms, scientists, governments, and civil society organisations.

Lees verder “Denkend aan Nederland (en de Zee)”

KNMI’23-klimaatscenario’s

Het KNMI maakt klimaatscenario’s voor een mogelijk toekomstig klimaat voor Nederland. Het rapport KNMI’23-klimaatscenario’s is gepubliceerd en vervangen de KNMI’14-klimaatscenario’s.

De KNMI-klimaatscenario’s zijn een vertaling van de wereldwijde klimaatprojecties van het IPCC – het klimaatpanel van de Verenigde Naties – naar Nederland. De vier nieuwe scenario’s schetsen hoe het toekomstige klimaat in Nederland eruit kan zien. Ze vormen de basis voor onderzoek naar de effecten van klimaatverandering en adaptatie aan die verandering.

Toekomstige stijging van het zeeniveau (p.34)

Afhankelijk van de hoeveelheid broeikasgassen die nog wordt uitgestoten, wordt voor de Nederlandse kust rond 2050 een verdere zeespiegelstijging verwacht van 16­34 cm in het lage, en tot 19­38 cm in het hoge uitstootscenario. Rond 2100 zal de stijging in het lage uitstootscenario 26­73 cm bedragen, en 59­124 cm in het hoge uitstootscenario (figuur 25). De bovengrens van de zeespiegelstijging rond 2100 kan tot 2,5 m oplopen als onzekere processen, zoals het instabiel worden van de Antarctische IJskap, al vóór 2100 optreden.

De ijskappen op Groenland en Antarctica slinken steeds sneller (figuur 26). Tussen 2009 en 2018 was het massaverlies respectievelijk zeven en vier keer zo groot als tussen 1992 en 2001. Bij een wereldgemiddelde opwarming van meer dan 2°C wordt de toekomst van Antarctica erg onzeker. De drijvende ijsplaten die het landijs van Antarctica omringen, zullen dan deze eeuw grotendeels verdwijnen, waarna het landijs sneller naar de kust beweegt en er meer afkalft.

Omdat het smelten van de Groenland IJskap relatief weinig bijdraagt aan de zeespie- gelstijging voor de Nederlandse kust, wordt het zeeniveau in onze regio in de verre toekomst vrijwel volledig bepaald door de snelheid waarmee de Antarctische IJskap massa verliest. Volgens het hoge uitstootscenario bedraagt de zeespiegelstijging rond 2300 2 tot 6 meter. Als ook onzekere ijskap­processen op Antarctica worden meegenomen, kan dit oplopen tot meer dan 17 meter (figuur 25).”

Download KNMI’23-klimaatscenario’s.

KNMI Klimaatsignaal’ 21

KNMI | Oktober 2021

Een stijgende zeespiegel, een toename van droge lentes en zomers en meer extreme zomerse buien vormen de klimaatrisico’s voor Nederland. Met dit rapport wordt de urgentie van de zich snel voltrekkende klimaatverandering duidelijk.

 

Het KNMI rapporteert hoe het klimaat in Nederland steeds sneller verandert. De nieuwste inzichten over het veranderende Nederlandse klimaat zijn gepubliceerd in het KNMI Klimaatsignaal’21. Het is gebaseerd op het laatste IPCC-rapport – dat in augustus 2021 is verschenen – en eigen onderzoek van het KNMI.

Lees verder “KNMI Klimaatsignaal’ 21”

KNMI’14-klimaatscenario’s

KNMI | Oktober 2014

IPCC: ‘De menselijke invloed op het mondiale klimaatsysteem is duidelijk zichtbaar’. Dat concludeert het vijfde klimaatrapport van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties, dat in september 2013 verscheen. Uit waarnemingen en onderzoek blijkt dat de mens invloed heeft op de opwarming van de atmosfeer en de oceanen, op veranderingen in de wereldwijde waterkringloop, op de afname van sneeuw en ijs, op zeespiegelstijging en op veranderin- gen in sommige klimaatextremen. Aanhoudende uitstoot van broeikasgassen door de mens zal de invloed op het klimaat doen toenemen.

De KNMI’14-klimaatscenario’s vertalen de onderzoeksresul- taten voor het wereldwijde klimaat uit het IPCC 2013-rapport 3 naar Nederland. Het IPCC-rapport geeft geen resultaten voor afzonderlijke landen.

Lees verder “KNMI’14-klimaatscenario’s”