Over de staat van publiek risicomanagement
Referaat Jack Kruf met co-referaat van Leen Paape | maart 2021
Opening
Jack Kruf
Wat hebben wij geleerd van 2020? Een reflectie als afscheidslezing. Afscheid. Ik voelde wat verzet tijdens het scheren vanmorgen. Ik ben er niet zo van, van afscheid. Maar goed, hier sta ik.

Het wordt een pleidooi om het vak publiek risicomanagement een impuls te geven. Maar de vraag beantwoorden? Dat is nog niet zo eenvoudig. Geert Mak zei het bij de presentatie van zijn boek Grote Verwachtingen: “De geschiedenis duiden is niet eenvoudig als je er nog middenin zit.”
Met veel vrienden en collega’s aan de buis, en met mijn familie hier in huis. Fijn dat jullie er allemaal zijn. Ik doe een poging wat licht te laten schijnen. Samen met professor Leen Paape. Een eer. Het wordt een drieluik, per toerbeurt. Drie vragen staan centraal, gevolgd door een korte afronding:
• Wat is de kwestie begin 2021?
• Wat de interventie?
• Wat is de sturing die daarbij hoort?
Leen Paape
Hoogleraar op Nyenrode na een carrière waarin publieke en private zaak elkaar afwisselden. Gestart op de Militaire Academie te Breda en na Defensie werd het kort KPMG, daarna KLM, PwC en uiteindelijk Nyenrode. Lid geweest van een Audit en Risicocommissie van de Gemeente Rotterdam en het Ministerie van I&M en inmiddels zie ik toe op een verzekeraar en een pensioenfonds en een grote scholenorganisatie.

Mijn interne aandrijfasjes zijn accountant, risicomanagement en maatschappelijke governance vraagstukken. Ik heb nogal wat mis zien gaan en wil graag bijdragen om dat te voorkomen.
Jack Kruf
Risicomanagement gaat over zorgvuldigheid, effectiviteit en precisie ineen. Een nobel vak. PRIMO is in 2005 te Straatsburg opgericht. Doel: de kwestie van een goede openbare besturing vanuit de praktijk van de gemeentesecretarissen in Europa ter tafel brengen om te verbeteren. Risicomanagement was daarvan een onderdeel.
Een jaar later vanuit de VGS met steun van BZK en BNG Bank in Nederland gestart. Met Denemarken, Zweden, Groot-Britannië, Frankrijk, Vlaanderen en Malta hadden wij een vliegende start in 2005/2006.
Voor mij persoonlijk komen hier twee lijnen bij elkaar: goede zorg voor de stad en effectief met belastinggeld omgaan.
1. Wat is de kwestie?
Jack Kruf
Het is me een jaartje wel geweest. 2020 is een bijzonder jaar. In de eerste plaats, omdat naast kleinzoon Sam, ook kleinzoon Sebas onze gelederen is komen versterken. Het zijn beiden open, eerlijke, goed-kijkende en wijze mannekes.
Met de nu al energieke kleindochter Equoia (codenaam) op komst in augustus, is zorg voor hun toekomst belangrijker dan ooit. In dat perspectief is er werk aan de winkel.
Het recente Global Risks Report heeft de ondertitel: A Fractured Future, een gebroken toekomst. Het rapport spreekt over failured governance als veroorzaker van risico’s. Het is geen vrolijk rapport. Wel reëel en eerlijk.
Wat zegt ons netwerk van gemeenten, waterschappen en provincies, hierover, van partners als UDITE, Zurich, FERMA en Harvard Business Review, Marsh en Alarm. Wat zijn de lessen uit het Risk & Resilience Festival met de Universiteit Twente en wat de Leergang ‘Resultaat in tijden van transitie’ met de Universiteit Tilburg?
Zij wijzen allemaal in dezelfde richting: wij zullen effectiever moeten worden in onze sturing: Klimaat, energie, cyber, circulair economie, sociaal domein, Corona, de neergang van de natuur, een betrouwbare overheid. Er zijn veel snijverliezen in onze sturing.
Ik citeer de woorden van gemeentesecretaris Hans Krul in zijn Professor Roelof Oldeman Lezing een jaar geleden: “We kunnen gerust stellen dat het adaptief vermogen van de overheid onvoldoende is. Kijk naar het Journaal en dan word je vanzelf depressief. De jeugdzorg, de belastingdienst, de politie, elke belangrijke vorm van overheidszorg lijkt wel forse gebreken te kennen en staat ter discussie. Het broodnodige vertrouwen van de burger in de overheid komt daarmee onder druk te staan en dat moet eenieder zorgen baren.”
De werking van ons politiek systeem speelt hierin een grote rol. Volgens burgers en bedrijven zijn zij het die de risico’s uiteindelijk veroorzaken, terwijl zij denken aan het roer te staan.
In 2005 in Kopenhagen concludeerden 120 gemeentesecretarissen dat 12% van het beleid tot uitvoering komt en dat 30% daarvan effectief was. Dat brengt voor de rekenaars onder ons de effectiviteit op 3.6%. Het is geen wetenschappelijk bewijs, wel een sterke indicatie.
Topambtenaar Bernard ter Haar van de Algemene Bestuursdienst zegt deze week in het FD: ”Er wordt veel beleid gemaakt waarvan we niet weten of het werkt:”
Uit PRIMO onderzoek blijkt dat het gat tussen de ambitie van bestuur en politiek en de capaciteit om te kunnen leveren groot is. Op de vraag ‘heb je voldoende geld om je project tot realisatie te brengen op een schaal van 1 tot 10: 4.62 gemiddeld met een standaardafwijking van bijna 2.95 en een mediaan van op 3. De helft van de 425 respondenten scoort lager dan een 3. Ik was er stil van. Ik dacht: Wat?
Paul Hofstra, directeur Rekenkamer Rotterdam, en PRIMO Award 2019 winnaar zegt hierover in het rapport Publieke Waarde in de Knel – een overzicht van 12 jaar rekenkamerrapporten in Rotterdam…: ”Zo bleken ambities meer dan eens onrealistisch en werden risico’s onvoldoende onderkend. In de aansturing van beleid was er nogal eens te weinig aandacht voor ‘soft controls’. Beleid bleek meermaals verkokerd in deelprocessen, waarin het te bereiken maatschappelijk doel ondergesneeuwd raakte. De rekenkamer pleit voor meer bestuurlijke bezinning vooraf en voor een ander sturingsmodel, dat meer aansluit bij de leefwereld van uitvoerders en burgers.”
De kwestie van het vak risicomanagement: Zij bevindt zich in een eerste fase van ontwikkeling. Er zijn 100 definities en vele stelsels in omloop, met evenzovele producten en diensten. Een gemeenschappelijke taal ontbreekt. En publiek risicomanagement, niet zozeer gericht op publieke organisaties zelve, maar veeleer op de maatschappelijk vraagstukken, heeft net het licht gezien. De kwestie is dat de complexiteit van de vraagstukken geen gelijke tred houdt met de werkende besturingsparadigma’s. Een bevinding uit onze leergang met de Tilburg University en TIAS.
Tot slot: De kwestie van Corona. Zij is complex, epidemiologisch, ecologisch en economisch. Het is geen gelopen race in mijn ogen, ook niet met vaccins in aantocht. Ik wel weet: wat 2020 mij heeft geleerd: samenzijn, een kopje koffie of glaasje wijn op het terras in het zonnetje, lekker uit eten, knuffelen – wij zeggen thuis Kruffelen – , genieten van de natuur in eigen land, het echt ontmoeten van collega’s, samen Kerst vieren, ravotten met je kleinzonen.
Er is dat enorme positieve gevoel in mij waarmee de kwesties allemaal aan kan: wij staan het begin van een renaissance – een wedergeboorte – van persoonlijke en publieke waarden. Net zoals het Florence in de 15e eeuw uit de donkere Middeleeuwen opdook met nieuwe energie, creativiteit en innovatie.
Leen Paape
Ja, wie overigens denkt dat het in het private domein allemaal veel beter gaat kan ik geruststellen, of teleurstellen natuurlijk. We hebben nu zo’n 50 jaar neoliberaal denken en doen achter de rug waarin de verhouding publiek-privaat ingrijpend is veranderd. Sommigen zeggen dan ook dat de publieke zaak is uitgehold ten gunste van de private en daar zit zeker een kern van waarheid in. Privatiseringen waren aan de orde van de dag want de markt was toch een veel beter mechanisme om de risico’s te managen dan de overheid, niet dus. De opgang van de private zaak ging gepaard met een toename van de ongelijkheid in de wereld, een uitputting van moeder aarde en haar natuurlijke hulpbronnen en het vervuilen van het milieu op een ongekende schaal.
De pandemie die we nu meemaken, liet nog eens zien dat we, zoals Dirk Bezemer, zo mooi te boek stelde, een land van kleine buffers zijn geworden. Ook in het bedrijfsleven vielen we hard door de mand.
Geen buffers, geen adaptief vermogen en allemaal teren we op de zak van de overheid, u en mij dus. Zat de pandemie in de scenario’s? Ik vraag er regelmatig naar en het antwoord is nagenoeg altijd nee. Dit is vreemd want een pandemie staat al jaren op de radar van onze Nationale Veiligheidsmonitor.
Een enkele overeenkomst tussen publiek en privaat domein is het volgende. Het gaat meestal mis in bedrijven als er geen goede verbinding is tussen belovers en waarmakers.
In het publieke domein hebben we dat weer gezien in de parlementaire enquete inzake de kinderzorgtoeslagaffaire. Ambtenaren en politici mochten sinds Kok niet meer met elkaar in gesprek. Dom. Daarnaast is er ooit een strikte scheiding bedacht tussen beleid en uitvoering, u weet wel, belovers en waarmakers. Ook dom. Bernard ter Haar legt terecht de vinger op een zere plek.
Voor een timmerman is elk probleem te vertalen in een hamer en een spijker. Voor deze hoogleraar corporate governance is elk probleem dus een governance probleem. De governance is vaak niet op orde, kracht en tegenkracht spreken niet dezelfde taal en zitten ook niet aan dezelfde tafel en dat zou dus wel moeten.
2. Wat is de interventie?
Jack Kruf
Frank Dietz, PBL, 1e Oldeman Lezing schetst de complexiteit van de interventie die voorligt: “De concepten duurzame ontwikkeling en circulaire economie zijn verbonden aan grote maatschappelijke uitdagingen, zoals de vermindering van de druk op natuur en milieu, de leveringszekerheid van cruciale grondstoffen, de continuïteit van de voedselvoorziening, een gezond financieel stelsel, goede zorg voor ouderen en mensen met een beperking, een toekomstbestendige energievoorziening, en ga zo nog maar even door.”
De interventie is per vraagstuk een rentmeester benoemen, een gezant, drosten, tsaar of commissaris mét doorzettingsmacht en geld. Een vorm van programmamanagement dus, waarbij de lijnorganisaties het programmadoel volgen.
Een interventie is uitzoomen. Reflection permanènte op trends en ontwikkelingen buiten en de eigen vaardigheden binnen: kennis, vaardigheden, stijl en karakter. Alle deelnemers aan onze bijeenkomsten geven deze behoefte aan. Tijd voor relectie is nodig om bij hoge dynamiek en snelheid plaats te kunnen bepalen. Je moet weten waar je bent immers. Reflectie is de weg. Geleid en gemanaged.
Een interventie is onderwijs:
• Qua onderwerp: aandacht voor hoe ons systeem echt werkt.
• Qua wetenschap: Naast bestuurskunde ook aandacht voor onder meer sociale psychologie, wiskunde, ecologie, ethiek, antropologie.
• Qua koppeling met de praktijk. Noam Chomsky hierover: “Leer mensen welke tools er zijn en laat hen daarmee zelf de oplossing zoeken en vinden.
• Qua samenwerking: Psycholoog Legoff werkt daarin met drietallen. Elk heeft een eigen rol: toeleverancier, architect en constructeur. De rollen wisselen tijdens het project. Dat leidt wederzijds begrip, respect en vooral bijzondere resultaten.
Op het gebied van public risicomanagement is onze eigen training/coaching Kaleidoscope een voorbeeld waar wetenschap, techniek en kennis samenkomen. Dat geldt ook voor de geslaagde leergang met TIAS en Tilburg University waarin praktijk, inhoudelijke expertise en wetenschappelijke kennis samenvloeien op concrete opgaven.
Tot slot: De interventie is de rebranding van risicomanagement. Het vak landt niet bij bestuurders en topmanagers. Risico heeft een negatieve connotatie. Stoppen dus met het beheren van risico’s en overstappen naar precisie, waardencreatie, geloofwaardigheid, betrouwbaarheid.
Willen wij dat publieke leiders het vakgebied omarmen dan zal de benefit van dit nobel vak centraal moeten komen, niet het risico. Werk aan de winkel voor onze marketing-afdeling zou ik zeggen.
Leen Paape
Het doel bepaalt het gedrag van het systeem dus de beste interventie die je kunt doen is nog eens de vraag stellen wat het doel is. Dat verandert niet alleen het gedrag, nee het geeft ook focus. Een goed voorbeeld is Dopper. Ik hoorde enige tijd geleden de CEO van Dopper op de radio en op de vraag hoe het met zijn bedrijf ging was het antwoord ‘niet zo goed’. De interviewer zei verbaasd: ‘hoe kan dat nu, ik zie overal Doppers in overvloed staan’. Het antwoord was: ‘ja, dat is ook het probleem, mijn doel was niet meer omzet en winst maar minder plastic dus ik raak verder van mijn doel af…’.
Als je een doel kiest is het natuurlijk wel te hopen dat dit een doel is dat aanspreekt en motiveert. Tegenwoordig is het woord purpose dan ook populair, het moet ergens over gaan en inspireren. Maar bovenal pleit ik voor bedrijven die zich bewust zijn van hun maatschappelijke rol en verantwoordelijkheid, ze dienen zich te gedragen als een corporate citizen. Feike Sijbesma, tot voor kort de CEO van DSM, zei het zo mooi, als je als onderneming niet bijdraagt aan de maatschappij dan moet je je afvragen of je wel bestaansrecht hebt. Wow.
Dat gezegd hebbende, op mijn rondgang als consultant bleek dat risicomanagement meestal in bedrijven ook niet veel verder kwam dan een of twee keer per jaar naar de eigen navel staren en risico’s inventariseren, met uitzondering van de financiële sector maar ja die werkte met modellen die ook bepaald niet feilloos bleken. Integendeel ze creëerden nieuwe risico’s en we kennen sindsdien de term ‘systemic risk’.
Op dit punt is systeemdenken wel hard nodig. Systemen zijn een samenstel van diverse onderdelen die samen iets willen bereiken. Die kennen een bepaalde complexiteit waarbij simpele regels tot emergent gedrag leiden en waarin zelfsturing de ruimte moet krijgen. Dat betekent dat als je een organisatie adaptief wilt maken dan de werkvloer de ruimte moet bieden om zich aan te passen aan de noden van de context. De context heeft een grote invloed op het functioneren van mensen en organisaties en dus is het belangrijk de vraag te beantwoorden: ‘wat is hier aan de hand?’ Ja, zoals Jack zegt, daartoe is uitzoomen belangrijk.
Het verbaast mij altijd hoe weinig scherp doelen worden geformuleerd, ook in bedrijven. Het zijn er ook vaak te veel en ze zijn ambigu. In die veelheid zitten altijd vele polylemma’s, om Robbert Dijkgraaf na te spreken, en die laten zich niet eenvoudig oplossen.
De overheid kan er natuurlijk ook wat van en toen ik nog net in de ARC van de gemeente Rotterdam zat kwam het nieuwe coalitieakkoord uit met 11 wethouders en zo’n 80 doelen die allemaal in 4 jaar behaald zouden dienen te worden. Dat wordt dus niks, ja er zullen er een aantal bereikt zijn maar zeker niet alle.
Enkele keren naar je navel kijken en lijstjes afvinken is natuurlijk geen risicomanagement, als je dat wilt bereiken moet het echt ingebed zijn in alles wat er gebeurd in een organisatie. Dus ja, ook op dat punt is een stevige opwaardering nodig. Ook hier heeft Bernard ter Haar een punt, reflectie gebeurt te weinig.
3. Wat is de sturing?
Jack Kruf
Op basis van 15 jaar ronde tafels en kennisuitwisseling hebben wij 5 elementen van sturing opgespoord, die tegelijkertijd en significant bijdragen aan succes en – indien niet voldoende aanwezig – aan grote risico’s:
• Is er genoeg geld en zijn de regels hanteerbaar?
• Weten wij wie de doelgroep is en kennen we de behoefte?
• Is het leiderschap op orde?
• Beschikken wij over de kennis en technieken
• Weten wij wat er in de omgeving speelt en wie wij nodig hebben?
Deze vijf elementen van sturing zijn te verwerken in de volgende adviezen die ik PRIMO zou willen meegeven.
1. Een paragraaf besturing wordt verplicht voor elk college en voor elke majeure opgave. Zoals nu een rechtmatigheids-verklaring of in-control-statement achteraf wordt een besturingsverklaring vooraf verplicht. In deze paragraaf staat hoe de besturing van het vraagstuk wordt gewogen en gekozen. Ik adviseur de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen hier werk van te maken, op weg naar het nieuwe regeerakkoord.
2. Richt een Traineeship ‘De toekomst van Nederland’ in gericht op verrijking van systeemkennis van stad en openbaar bestuur met aandacht voor netwerken, multi-level governance, ketenmanagement, quadrupple helix, circulariteit en resilience. Met een breed scala aan raamwerken en tools daarin verankerd. “Goed gereedschap is het halve werk” zei mijn vader altijd. En Mandela: “Onderwijs is het meest machtige wapen dat je kunt hanteren om de wereld te veranderen.” Laten wij dit doen.
3. Publiek Risicomanagement wordt een erkend vak. Ik pleit voor een certificaat voor bestuurders, topmanagers, concern-controllers, risicomanagers en zelfs voor externe adviseurs. Iedereen kan en mag zich nu risicomanager of -adviseur noemen. Het lijkt alsof wij nog een beetje in de Middeleeuwen vertoeven wat dat betreft. Er zijn goede opleidingen, zeker wel. Maar het is nog steeds een vrij beroep. De vakman in ons moet worden geadresseerd, erkend en geformaliseerd, zeker gezien de grote belangen. U weet ‘vakmanschap is meesterschap.’
4. Ik pleit ervoor sterk in te zetten op een dialoog georiënteerde aanpak van waarden en hun risico’s. Spreadsheets zijn belangrijk maar niet de oplossing naar een betere wereld. De inhoud en besturing afgestemd kan beter door dialoog. Zoals je dat overigens doet als je op vakantie gaat. Reisdoel bepalen én de weg ernaartoe uitstippelen en regelen. Gemeengoed in de reisbranche. In de overheidsbranche echter zijn dit gescheiden trajecten. De dialoog vervangt de huidige traditionele aanpak van risicomanagement met de statistieken van kans x impact. Het gaat over de verbindingen tussen de linker- en de rechterhersenhelft, tussen ratio and gut-feeling. Ik citeer Nobelprijswinnaar Kahneman.
5. Ik pleit voor een ISO Public Value. Gericht op de volle breedte van publieke vraagstukken, spelers, krachten en processen. Met een helder woordenboek. Publiek risico wordt daarin gedefinieerd als ‘een mogelijke schade aan een publieke waarde’ in het verlengde van wetenschappers, Moore, Kahneman, Slovic en Renn. Nu heeft elke organisatie in Nederland haar eigen definitie met vaak een bijpassende extern adviseur. De veelheid aan ISO-stelsels noopt tot ingrijpen. Elk stelsel heeft zijn eigen definitie van het begrip risico. Men wordt het maar niet eens in Genève. Bovendien zijn de meeste stelsels in toepassing voor het openbaar bestuur zeer beperkt, omdat krachtenveld en chemie tussen overheid, bedrijfsleven en civic society nagenoeg ontbreekt. Een nieuw integrerend stelsel dus dat sluit op besturing vanuit de publieke waarde zelve.
Ik adviseer PRIMO als enig onafhankelijke non-profit organisatie met haar partners het voortouw hierin te nemen. Het vak publiek risicomanagement verdient doorontwikkeling.
Leen Paape
Uiteindelijk gaat het vooral om narratieven, verhalen zo u wilt, die we met elkaar kunnen delen. Taal doet er toe, zeker in een complexe wereld. In zijn boek ‘Against the Gods; the remarkable story of risk’ beschrijft Peter Bernstein de geschiedenis van het denken en doen inzake risico. Aan het eind besluit hij in de paragraaf ‘Awaiting the Wildness’ met de constatering dat het managen van risico’s vaak ook weer nieuwe risico’s creëert. De complexiteit van alledag is zo immens dat het een never ending story is.
Interventies leiden vaak tot dezelfde situatie als bij een waterbed; je drukt hier en dan gaat het daar omhoog. Ergo, je bent nooit klaar en dus moet je risicomanagement tot een dagelijkse activiteit omvormen. Daarmee komt ook de factor mens in beeld. Hij of zij is de belangrijkste en vaak ook de zwakste schakel; daar moet aan gewerkt worden dus en dat kan gelukkig via opleidingen.
Dankzij Nobelprijswinnaars Kahneman en Thaler weten we inmiddels veel meer over de wijze waarop mensen besluiten nemen onder onzekerheid. Dat laatste is ook een goede definitie van risicomanagement wat mij betreft. Behavioral Economics leert ons dat mensen niet zo rationeel zijn en dat we in het nemen van besluiten onder onzekerheid heel veel last kunnen hebben van zogenaamde biases. Zelfs algoritmes blijken niet feilloos, integendeel, die interneren de biases die in data is opgesloten en leiden tot verkeerde beslissingen. Ja, we staan dus nog maar aan het begin.
We kopiëren nu vaak klakkeloos handboeken en ISO normen of elkaar. Isomorfisme heet dat mooi. Als het goed genoeg is daar dan is het vast ook goed genoeg hier. En, als het dan niet werkt dan ligt het niet aan ons want iedereen deed het zo. Dus de context doet ertoe en u zult dus zelf moeten nadenken of en hoe het in uw specifieke situatie het beste past. Dat vergt nadenken en samen aan tafel zitten, belover en waarmaker samen.
Slotwoord
Jack Kruf
Een inspiratie ter afronding. Het verhaal van De Oriënt Express. Als beeldspraak voor de nieuwe architectuur van het nieuwe publieke risicomanagement. Met dank aan Tom Wustenberghs.
Hier is mijn gedachte: elk van de grote opgaven voor 2021 te gaan beschouwen als een Oriënt Express. De eerste trein reed in 1883 tussen London en Istanboel en was het initiatief van een ingenieur. George Nagelmackers. Een baanbrekend concept, dat nu ook van toepassing kan zijn voor de grote vraagstukken, de lange reizen.
Hij had er de Nobelprijs voor Governance voor kunnen krijgen. In het versnipperd Europa met staatjes en koninkrijken was elke kilometer van dat traject uit-onderhandeld met overheden, grondeigenaren, treinmaatschappijen, banken, beleggers en particuliere bedrijven. Dat éne treinkaartje was administratief opgeknipt met toeslagen, verrekeningen en verdienmodellen voor elke kilometer. Een halve kapel vol met contracten, financieringsconstructen en overeenkomsten was nodig om deze reis mogelijk te maken. Ook de locomotieven, de stations die aangedaan moesten of konden worden, de diversiteit aan spoorbreedtes, landschappen, bergen, rivieren en dalen en de te verwachten weersomstandigheden. All-in one package.
Welnu in 2021 stappen wij opnieuw op. Een reis bijvoorbeeld tussen nu (fossiele energie) naar 2050 (schone energie). Een reis van een generatie. Van die van mijn dochters en schoonzonen op weg naar een leefbare wereld voor mijn kleinkinderen Sam, Sebas en Nine. Zo concreet en simpel is het. Ik heb mijn eerste lego trein al gekocht, om te oefenen… met hen.
Wie wordt de nieuwe George Nagelmackers van de Energietransitie, wie van de Circulaire Economie enzovoorts. Allemaal bouwen en onderhandelen kan niet. Coördinatie is nodig. In het concept van de Oriënt Express liggen de verbindingen naar de nieuwe zo gewenste systeemsturing besloten. Het herbergt de contouren van het nieuwe publiek risicomanagement. PRIMO en de nieuwe Oriënt Express: het lijkt mijn een boeiende combinatie.
Leen Paape
Ik onderschrijf graag de oproep van Jack om risicomanagement waardengedreven te maken. Ik krijg bij de oproep van Jack de neiging om de term doelmatigheid ook te noemen. In ieder geval is het wat mij betreft evident om te streven naar eenvoud. Als de complexiteit groot is dan is uitzoomen dus belangrijk. Wij hebben vaak de neiging het tegenovergestelde te doen en dat leidt tot meer maatregelen en instrumenten en dat is de dood in de pot.
Complexiteit vergt eenvoud en de verkeersrotonde is daartoe de metafoor. Er is maar één regel, het ontwerp is eenvoudig, hij is goedkoop, veilig en leidt tot een betere doorstroming van het verkeer. Daarmee wens ik ons allen meer rotondes toe, maar dan vooral ook in figuurlijke zin. Opdrachtgevers en opdrachtnemers moeten ook meer gezamenlijk aan tafel zitten ook al verbieden de aanbestedingsregels dat.
Bij die waardengedrevenheid zou ik graag de 17 Sustainable Development Goals van de VN voorop stellen. Die zouden we al in 2030 moeten bereiken maar ik denk dat dat iets te optimistisch was. Dat betekent wel dat we een ontwerper – of zo u wilt ontwerpers – van het netwerk en het spoorboekje nodig hebben die ons meenemen op die reis. Een mooie en leefbare planeet voor onze kinderen en kleinkinderen, wie wil dat nu niet. Die visie spreekt ons allen vast aan en van de samenleving en bedrijven vergt dat een grote inspanning waarbij het maatschappelijk welzijn voorop dient te staan. Het doel is dan helder en daarmee kunnen we dan ook elke keer weer als er risico’s of onzekerheden zich aandienen of die samen proberen te managen en de koers daarmee vasthouden. Die 40 jaar zullen we nodig hebben maar de reis lijkt mij prachtig en de vele uitdagingen die we tegenkomen creëren mogelijkheden voor onze creativiteit en ondernemingszin om niet alleen een goede boterham te verdienen maar ook te leren van de levenslessen onderweg.
Het leven wordt voorwaarts geleefd maar achterwaarts begrepen zei Kierkegaard al en ik wens ons allen wijsheid en inzicht toe op die reis. Jack en ik hebben al een flinke reis achter de rug maar willen graag nog een beetje onderwijzen en ons allen proberen te behoeden voor de missers die wij onderweg zelf gemaakt hebben.
Jack Kruf & Leen Paape
Breda 19 maart 2021
