Eric Frank* | januari 2007
Bij deze titel denk je aan warmte. Lekker warm Bali, maar wat heeft dat te maken met de opwarming van de aarde? Ligt het probleem niet elders? Eigenlijk heeft het niet direct met elkaar te maken. Maar wel voor mij. Bali was de vakantiebestemming afgelopen december van mijn echtgenote en mij. Even onszelf in deze grijze en koudere periode opwarmen in tropisch Bali. Tegelijkertijd wilde ik meer te weten komen over de opwarming van de aarde.

Het enige boek dat ik voor deze vakantie dan ook had meegenomen was ‘An Inconvenient Truth’, geschreven door Al Gore (2006). En, hulde aan Cathay Pacific, want ook zijn film was onderdeel van het inflight entertainment programma aan boord van het vliegtuig van Amsterdam via Hongkong naar Denpasar. Eerst de film gezien en vervolgens tijdens de vakantie het boek nog eens gelezen. En vooral ook de vele schokkende foto’s en grafieken bekeken.
Het gaat op onze aardbol echt niet goed. Dat is normaliter relatief, maar in het geval van het broeikaseffect en de CO2-uitstoot zitten wij in alarmfase ROOD. Al Gore heeft een zeer helder verhaal geschreven. Gestaafd met tal van wetenschappelijke bevindingen en zeer onderbouwde grafieken en foto’s die er niet om liegen. Maar daarover later meer.
Door broeikasgassen wordt de dunne schil van de atmosfeer dikker, waardoor de aarde warmte vasthoudt. De warmteterugkaatsing van de aarde naar de zon, door infraroodstraling, wordt bemoeilijkt, waardoor de aarde dus opwarmt. Zo langzamerhand hebben wij enig idee van de gevolgen. De foto’s en de grafieken in het boek onderstrepen dit nog eens. Zo zie je een foto van de Kilimanjaro, Tanzania, met zijn legendarische sneeuwvelden en gletsjers. Dat was in 1970. Dertig jaar later eenzelfde foto, maar dan nog maar de Kilimanjaro slechts aan de top bedekt met een weinig sneeuw. Vele, vele gletsjers zijn inmiddels van de aardbodem verdwenen. In de USA, Peru, Patagonië, Alaska, Zwitserland, Skandinavië, Italië, Siberië, de Himalaya, noem maar op. Enerzijds betekent dit afname van wateraanbod, immers er is geen smeltwater meer. Anderzijds smelten de ijsvlakten van de Noordpool en van Antarctica. Dit laatste zal weer stijging van het zeewaterniveau tot gevolg hebben. De discussie over de opwarming van de aarde en de gevolgen voor Nederland komt langzaam op gang.
In Gore’s boek zie je hoe snel de temperatuur op de aarde de laatste 25 jaar is gestegen. Met uitschieters in 2005. Het jaar 2006 is er niet in opgenomen. In meer dan 200 steden werden de hoogste temperaturen ooit en de meeste opeenvolgende dagen met temperaturen van 38 graden Celsius of meer gemeten. Steeds meer wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat door de opwarming van de toplaag van het oceaanwater, de stijgingsenergie groter wordt, waardoor orkanen steeds krachtiger worden. Ook het aantal tyfonen, orkanen en cyclonen neemt toe. Zelfs in landen (zuidelijk deel van de Atlantische Oceaan) waar dit eerst voor onmogelijk werd gehouden. De grote stormen die rond razen in de Stille en Atlantische Oceaan, hebben sinds de jaren zeventig, vijftig (!) procent aan levensduur en intensiteit gewonnen. Wonderlijk en bizar tegelijk is te lezen dat aan de ene kant heel grote gebieden verdrogen en aan de andere kant watersnoodrampen toenemen.
De twee plaatsen op aarde die als alarmbellen fungeren zijn het noordpoolgebied en Antarctica. In deze beide gebieden zien wetenschappers snellere veranderingen – en ook eerder de ingrijpende gevolgen daarvan – dan elders op aarde. Oppervlakkig gezien lijken de twee gebieden sterk op elkaar. Overal sneeuw en ijs. Echter, de ijslaag in het noordpoolgebied is gemiddeld nog geen drie meter dik; de ijskap van Antarctica is drie kilometer diep. Antarctica is land, omgeven door oceaanwater, terwijl het noordpoolgebied oceaan is, omgeven door land. Op de noordpool is het meest dramatische effect van de opwarming van de aarde het versneld smelten van het ijs. De temperaturen schieten hier sneller omhoog dan elders op aarde. In 1970 waren de toendra’s in Alaska ca. 230 dagen per jaar met vrachtauto’s berijdbaar. Door temperatuurstijging was dat in 2002 nog maar 90 dagen.
Een van de effecten van opwarming is de ontbossing door insecten (schorskevers) die steeds beter en in steeds hogere gebieden gedijen. Als voorbeeld wordt in het boek genoemd de 5,6 miljoen hectare aan dode sparren in Alaska en British Columbia. Een ander voorbeeld is de “vergrijzing” van koraalriffen. Niet omdat ze zo oud worden, maar omdat de kleuren zijn aangetast en de koraalriffen daadwerkelijk grijs worden. Oftewel reeds tot kerkhof verworden.
Tal van voorbeelden worden gegeven. De grootste bedreiging lijkt het smeltingsgevaar van de West-Antarctische IJsplaat, alsmede Groenland. Wereldwijd zou de zeespiegel daardoor zes meter stijgen. Wat dat voor Nederland kan betekenen maken twee foto’s in het boek duidelijk. Als wij niets doen zullen Noord- en Zuid-Holland, Zeeland, Friesland en een deel van de provincies Groningen Overijssel, Flevoland en Utrecht onder water komen te staan. In Beijing zullen twintig miljoen mensen moeten worden geëvacueerd. In Calcutta en Bangladesh, zestig miljoen. De kaarten van de wereld zullen opnieuw getekend moeten worden. De uitstoot van CO2 moet een halt worden toegeroepen.
Recent heb ik van de lobbyist van de Samenwerkende Natuur- en Milieuorganisaties in Nederland, en medelid van “mijn” Genootschap Koning Willem II, het een en ander gehoord over illegale boskap. Als voorbeeld noemde hij Indonesië. Daar groeien gigantische bossen op veengrond. Illegale kappers graven slootjes in die bossen om de gekapte bomen te kunnen vervoeren. Het water wordt op den duur onttrokken aan de grond. Bomen gaan dood en ondergronds ontstaan vuurhaarden; veenbranden. Misschien ken je de internationale foto’s wel van heel veel rook in afgebrande bosgebieden. Die ondergrondse vuurhaarden branden jaren door. En die branden geven een zeer aanzienlijke CO2 uitstoot. Bijna dertig procent van de hoeveelheid CO2 die jaarlijks in de atmosfeer wordt gebracht, is afkomstig van bosbranden. Internationaal wordt daar nu aan gewerkt. Ik maak dit van dichtbij mee en mogelijk zal de BNG nog ergens een schakel in het geheel gaan vormen. Overigens heeft de BNG al betrokkenheid gehad door financiering in de biomassa-industrie. Ik las o.a. in dit boek het volgende citaat van Jeffrey Immelt, topman van General Electric: “De “G” van groen is de “G” van geld. Dit is de tijd waarin milieuverbetering ook winstgevend gaat worden.” Verrijking in deze zin heeft mijns inziens niet alleen materiële, maar juist ook immateriële waarde.
Al Gore en Bill Clinton zijn de twee grote duwers in het bewustwordingsproces wereldwijd, als het om vermindering van CO2 uitstoot gaat. Het Kyoto-verdrag is inmiddels door 132 landen geratificeerd. Twee hoogontwikkelde landen horen daar verbazingwekkend niet bij: de Verenigde Staten en Australie. Echter, heel veel Amerikaanse steden hebben inmiddels zelf het Kyoto-verdrag “geratificeerd”. De Amerikaanse president Bush – Gore noemt heel diplomatiek niet zijn naam – wil onder druk van enkele (tegen)belanghebbende industrieën, niet (geheel) accepteren dat de nood heel hoog is. Die anti-lobby van partijen die hem in het zadel houden, is heel sterk, maar wel voor de zeer korte termijn. Zolang heeft Bush ook niet meer te gaan. Maar zo langzamerhand kan deze president, de op wetenschappelijke basis bewezen milieueffecten niet meer ontkennen. Voorzichtig heeft hij de bescherming van het voortbestaan van de ijsbeer omarmd. Een uiterst zwakke, op emotionele basis overkomende, toenadering. Om zijn eigen gezicht enigszins te redden.
Duidelijk uit vorenstaande is dat de nood heel, heel erg hoog is. Dat het al gaat om onze eigen generatie en zeker die van onze kinderen en kleinkinderen. Langzaam begint het in Den Haag ook duidelijk te worden. Helaas pas na de verkiezingen. Ondanks de lobby die voor de verkiezingen is gevoerd. Daarmee was ik op de hoogte. Treurig, teleurstellend en onverantwoord dat de grote partijen deze problematiek van de eerste orde hebben laten liggen. Ook de media zullen vol gas moeten geven en de druk op de politiek moeten opvoeren.
Dat bewees recent een uitzending van Buitenhof. Daarin werd er alle aandacht aan gegeven. Geschrokken van alles wat in dat programma bekend werd, werd aan Minister Winsemius in dat programma gevraagd wat hij op 2 januari 2007 het eerste op zijn departement van VROM zou gaan doen, om de dreigende zeespiegelstijging, wat Nederland betreft te kunnen weerstaan. Winsemius gaf aan dat hem de problematiek wel duidelijk was, maar vroeg zich tegelijkertijd af hoe hij alle neuzen dezelfde richting op kan krijgen? Alle ambtenaren, instanties en de politiek moeten het probleem en vooral de manier van oplossen eendrachtig kunnen vaststellen en omarmen. Dat, gaf hij toe, is merkwaardig genoeg op zich al een heel probleem.
Maar, zo denk ik dan maar, waarom discussie voeren over de Randstad, bebouwing voor huizen en kantoren, het aanleggen van bedrijventerreinen, het binnenhalen van buitenlandse investeerders, uitbreiding van Schiphol, aanleg van Maasvlakte II et cetera, als het gevaar zeer groot aanwezig is dat die hele Randstad mogelijk van de aardbodem zal kunnen verdwijnen? De Nederlandse regering zal in ons aller belang klimaatverandering als prioriteit jarenlang op de politieke agenda moeten plaatsen. Veiligheid voor alles. Anders hebben overige investeringen geen zin. En daar zullen de kiezers regering en parlement heel bewust op moeten afrekenen.
Wat kunnen wij nog meer doen. Zoals de opvoeding van je kinderen thuis begint, zo zal iedere burger zelf moeten meewerken aan vermindering van CO2-uitstoot. Dat begint dus thuis. Bijvoorbeeld door: sowieso zuinig omgaan met water en energie door o.a. dubbele beglazing, energiezuinige (verwarmings-) apparatuur, zonnepanelen, gebruik van apparatuur op momenten van laag energietarief, spaarlampen waar mogelijk gebruiken, waterbesparende douchekoppen, aanschaf van energiebesparende (hybride) auto’s of auto’s waarvoor als compensatie CO2-credits kunnen worden gekocht.
Ook ons eigen bedrijf, de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) kan veel doen. Bijvoorbeeld nadenken over het energieverbruik. Is al eens uitgerekend of er besparing is als de laatste die een kamer of afdeling verlaat alvast het licht uitdoet? Kost het eigenlijk wel zoveel als de schoonmakers dan voor even weer het licht aan moeten doen? En hebben wij in het gebouw overal waar mogelijk is spaarlampen in gebruik? Zo zijn er vast wel meer voorbeelden te verzinnen.
Maar bijvoorbeeld ook; moet extra aandacht worden gegeven aan financiering van windmolenparken, de biomassa-industrie, herstructurering van energieverslindende hoogbouw in Midden- en Oost-Europa. Financiering ten behoeve van duurzaamheid verdient een prominente plaats in de strategie van de BNG. Een en ander gebeurt al of heeft de aandacht van de BNG. Maar er is vast veel meer te doen. Daarom is vooral innovatief meedenken door iedere BNG’er van belang.
In ieder geval is het heel belangrijk, dat iedereen zijn of haar bijdrage zal leveren, om het voortbestaan van deze aardbol; onze aardbol, te garanderen. Dat zijn wij verplicht aan onszelf, onze kinderen en kleinkinderen. Zo dichtbij is het allemaal. Het boek van Al Gore kan ik iedereen aanraden om zich daardoor nog meer bewust te zijn van bovenstaande wereldwijde problematiek. Sterker nog; het boek zou verplichte kost moeten zijn voor iedere scholier, vanaf nu. Het gaat immers om ons aller problematiek en om ons aller planeet.
Bibliografie
Frank, E. (2007). Bali en de opwarming van de aarde. BNG Bank Magazine.
Gore, A. (2006). An inconvenient truth: The planetary emergency of global warming and what we can do about it. Rodale.
* De auteur schrijft dit artikel als verantwoordelijke voor Public Affairs en Bestuurlijke contacten van Bank Nederlandse Gemeenten (BNG).
