Met zekerheid in onzekerheid

Over innovatie en het nemen van innovatierisico’s.  Afscheidsrede van Prof. dr. ir. J.I.M. Halman, University of Twente 

Joop Halman | oktober 2018

“In het jaar voorafgaande aan dit afscheidscollege heb ik met enige regel- maat gemijmerd wat het afscheid nemen van mijn werk aan de universiteit voor mij zou betekenen. Ik kon mij daar eerlijk gezegd nog niet veel bij voorstellen. Ik voelde en voel mij in een prima conditie, waarom zou je dan stoppen terwijl je het gevoel hebt dat je net goed op stoom bent?”

Prof. dr. ir. J.I.M. Halman

De afscheidsrede gaat onder meer in op de categorisering van risico’s, op de concrete risico’s in innovatieprojecten en bevat een uitgebreide lijst met gezaghebbende referenties en publicaties. De afscheidsrede bevat een verhandeling (p.15-p.27) inzake innovatie en het nemen van risico’s in innovatieprojecten.

“Het begrip risico, kom je in verschillende disciplines tegen:

  • In de gezondheidswetenschappen, onder andere bij het doen van epidemisch onderzoek naar gezondheidsrisico’s.
  • In de psychologie, waar men onderscheid maakt tussen objectieve versus cognitieve risico’s.
  • In de economie, bij investeringsvraagstukken, waar er een kans bestaat op een negatief maar ook op een positief resultaat.
  • In de veiligheidskunde, bij het afwegen van toelaatbaar geachte risico’s zoals bijvoorbeeld bij het al dan niet verstevigen of ophogen van een dijk In de verzekeringskunde, bij het vaststellen van de door ons te betalen premies. 
  • In de wiskunde, bij het ontwikkelen van methodieken ter kwantificering van risico’s.
  • En in de bedrijfskunde, waar men een onderscheid maakt tussen het korte termijn versus het lange termijn succes van een onderneming of van een innovatieproject.

Objectieve versus cognitieve risico’s

Bij het inschatten van de mogelijke innovatierisico’s, speelt het eerder gemaakte onderscheid tussen objectieve versus cognitieve risico’s, ofwel de risicoperceptie een zeer belangrijke rol. Dat geldt voor de organisatie die fiat moet geven voor het realiseren van het innovatieproject en het geld moet alloceren, voor het innovatieteam dat het innovatieproject wil gaan ontwikkelen, maar net zo goed ook voor de potentiële afnemers van de gerealiseerde innovatie. Belangrijk dus om te weten wat hierover zoal bekend is binnen de psychologie…

Wat zou nu de verklaring kunnen zijn dat onze subjectieve beleving van risico’s zo afwijkt van de berekende objectieve risico’s? Ik geef er een zevental:

  • Uit onderzoek van Paul Slovic (1987) weten we dat mensen het overlijden aan een door hen niet te beïnvloeden catastrofe, zoals in het geval van een kernramp of een terroristische aanval, veel meer vrezen dan het overlijden ten gevolge van een door hen wel te beïnvloeden oorzaak, zoals het overlijden door een fietsongeluk of door roken.
  • In zijn recent verschenen boek Factfulness legt Hans Rosling (2018) uit dat ons brein vooral reageert op grote afwijkingen van het normale. En dan bij uitstek op afwijkingen die negatief zijn. Dit hielp ons vroeger om bij gevaar te kunnen overleven, maar nu leidt het onder meer tot een medialandschap waarin journalisten vooral schrijven over wat afwijkend en extreem is. Het schrijven hierover draagt bij tot grotere krantenoplagen.
  • Kahneman kreeg in 2002 de Nobelprijs in de economie voor de door hem en Tversky in de jaren ’70 ontwikkelde prospect theory (Tversky overleed in 1996). Uit het onderzoek van Tversky en Kahneman (1986) blijkt dat individuen bij het inschatten van een risico sterk beïnvloed worden door de wijze waarop dit risico is omschreven (ook wel Risk framing genoemd). Een omschrijving zoals: “7% van de patiënten die een behandeling ondergaat, overlijdt binnen 5 jaar” leidt tot een geheel andere risicoperceptie dan wanneer deze wordt omschreven als: “93% van de patiënten zal de 5 jaar overleven”. Uit het onderzoek van Kahneman en Tversky blijkt verder dat mensen de neiging hebben om kleine risico’s te overschatten terwijl relatief grote risico’s worden onderschat.
  • Aangezien besluitvorming over risico’s doorgaans in groepsverband plaatsvindt, is het van belang dat men zich ervan bewust is dat groepsprocessen duidelijke invloed kunnen hebben op de kwaliteit van de besluitvorming. Een van de meest uitvoerig onderzochte onderwerpen in de literatuur over besluitvorming in groepsverband is volgens Bazerman (1994) de ontdekking dat groepen een afwijkend gedrag vertonen tot het nemen van risico’s dan men op basis van de afzonderlijke groepsleden zou verwachten. In sommige gevallen is er sprake van een ‘risky shift’ (de groep heeft dan een grotere geneigdheid tot het nemen van risico’s), maar in andere gevallen is er juist weer sprake van een meer behoudende neiging.
  • Een ander bekend effect van de besluitvorming in groepen is wat door Janis (1972) is getypeerd als groupthink. Bij groepen waarvan de leden reeds langere tijd met elkaar samenwerken, ontstaat er een neiging tot pover onderbouwde besluitvorming. Door een groeiende sociale druk en een neiging om conflicten te voorkomen, neemt de wil om alternatieven voor te stellen af en worden tegenstrijdige meningen onderdrukt; men zoekt naar mogelijkheden om tot overeenstemming te komen.
  • Incompetente mensen hebben de neiging hun eigen kunnen te overschatten, terwijl mensen met veel kennis van zaken over een specifiek onderwerp juist de neiging hebben om hun kennis op dit gebied te onderschatten. In de psychologische literatuur wordt dit het Dunning-Kruger effect (Kruger en Dunning, 1999) genoemd naar de auteurs die hier als eersten over publiceerden. In een van de risico-diagnoses die ir. Fred Kappendijk van Philips in het verleden uitvoerde op basis van de Risicodiagnosemethode RDM, nam hij ook een vraagkolom op waarin de respondenten voor elk risico-item moesten scoren hoe zeker ze waren over hun score. Na afloop bleek dat de managers met eigenlijk slechts een globale kennis van zaken er veel zekerder van waren dat ze het bij het rechte eind hadden dan de echte deskundigen. In die tijd wist ik nog wel niet dat dit in de psychologie later het Dunning-Kruger effect zou gaan heten!
  • Er bestaat in het bedrijfsleven en helaas ook steeds meer op universiteiten, een zekere voorliefde voor regels, procedures, protocollen en manuals. Door Weggeman (1997) ook wel de collectieve certificering- en accreditatiegekte genoemd. Het kost allemaal heel erg veel tijd, zowel voor de opstellers als degenen die zich er vervolgens aan dienen te houden, zonder dat het veel bijdraagt. Het werkt bovendien belemme- rend op vernieuwing en innovatie. Nu blijkt uit onderzoek van o.a. Dekker (2003) dat er een behoorlijke kloof bestaat tussen de procedure en de praktijk. Het onderschrijft ook een van de stellingen in mijn proefschrift van indertijd dat “Stiptheidsacties bij bedrijven met een NEN-ISO kwaliteitscertificaat aantonen dat taakbeschrijvingen en werk- procedures maar in zeer beperkte mate de organisatie beschrijven”. Weggeman (1997) merkt in zijn oratie vilein op dat “de set checklists en standard operating procedures waaraan een verkeersvlieger zich moet houden voor de bijzondere situaties, waarin de vooraf bedachte verzameling regels niet voorziet, de letterlijke levensbelangrijke instructie bevat Fly the aircraft.” Het is een gegeven dat wij een grondige hekel hebben aan procedures en voorschriften, dat wij er ons daarom ook niet aan houden, zelfs wanneer ons eigen leven op het spel staat. Zo bleek na de noodlanding van de airbus van US Airways in de Hudson bay in 2009. Werkelijk niemand droeg een zwemvest! Toch leggen stewardessen bij elke vlucht die we maken, nog altijd plichtsgetrouw uit, dat in een noodgeval waarbij we het vliegtuig moeten verlaten, we het zwemvest aan moeten doen. Deze uitleg vindt veelal plaats terwijl niemand naar de stewardess kijkt …”

Bibliografie

Halman, J. (2018) Met zekerheid in onzekerheid: Over innovatie en het nemen van innovatierisico’s. Enschede: University of Twente.

Bazerman, M.H., (1990) Judgement in Managerial decision making, New York, John Wiley, 288 pp.

Dekker, S. (2003) Failure to adapt or adaptations that fail: contrasting models on procedures and safety, Applied Ergonomics, Vol. 34, pp. 233-238.

Halman, J. (2018) Met zekerheid in onzekerheid: Over innovatie en het nemen van innovatierisico’s. Enschede: University of Twente.

Janis, I.L. (1972) Victims of groupthink; A psychological study of foreign-policy decisions and fiascoes, Boston, Houghton Miflin, 277 pp.

Kruger, J. & Dunning, D. (1999) Unskilled and unaware and unaware of it: How difficulties in recognizing one’s own incompetence lead to inflated self-assessments, Journal of Personality and Social Psychology, Vol. 77, pp. 1121-1134

Rosling, H. (2018) Factfulness: Ten reasons we’re wrong about the world, and why things are better than you think Flatiron books, New York, 331pp.

Slovic, P. (1987) Perception of risk, Science, Vol. 236, Issue 4799, pp 280- 285.

Tversky, A. & Kahneman, D. (1986) Rational choice and the framing of decisions The Journal of Business, Vol. 59, nr. 4 part 2: The behavioral foundations of economic theory, pp. 2251-s278.

Weggeman, M.C.D.P. (1997) Organiseren met kennis, Oratie Technische Universiteit Eindhoven, Scriptum Management, Schiedam, 64 pp.

Download afscheidsrede.