Sedimentatie in sturing

Systeem brengen in netwerkend werken door meervoudig organiseren

Martijn van der Steen, Jorren Scherpenisse, Mark van Twist | 2015, NSOB

Overheidsorganisaties opereren in toenemende mate in netwerken. Een netwerkende aanpak wordt daarom een steeds belangrijkere praktijk voor de overheid, die naast de andere werkpraktijken een plaats moet krijgen in de organisatie. Het netwerkend werken vormt een uitdaging voor overheidsorganisaties, die doorgaans niet gebouwd zijn voor het werken in netwerken.

Gebaseerd op het programma van de Provincie Zuid-Holland om netwerkend werken systematisch in de organisatie in te richten, verkent dit essay de mogelijkheden voor meervoudig organiseren: een organisatie die meerdere systemen en manieren van werken naast elkaar aankan en waarin netwerkend werken langzaam maar zeker ‘gewoon’ wordt, in plaats van een uitzondering.

Comfort vinden in meervoudig organiseren (p.53)

“Netwerkend werken vereist anders organiseren. Geen organisatie die helemaal anders moet, maar een organisatie die systemen naast elkaar beheerst. Dat is geen transitie van het een naar het ander, maar een proces op weg naar variëteit in repertoire. Eén organisatie die meer dan één systeem aankan, daarin bewust opereert, onderweg niet in verwarring raakt en vanuit elk systeem voldoet aan de vereisten van goed bestuur: verantwoording, gelegitimeerde afwegingen, geborde keuzes, transparantie, effectiviteit, professionaliteit en aansluiting bij de maatschappelijke context.”

Opschalen vereist systematiek (P.54)

“Het is goed als dingen goed gaan. Waarom ze dan veranderen? De reden daarvoor ligt wat ons betreft in het toenemend volume en een dwingende maatschappelijke context. Doordat de samenleving verandert komt er meer ontwikkeling van onderop. Daar komt bij dat de rol van de overheid zelf aan het begin staat van een langdurige ontwikkeling van afbouw van de mogelijkheden voor directe interventie in de vorm van sturen via geld, eigen productie of opgelegde regels. Dat is niet het einde van sturing, maar een beperking van de mogelijkheid om dat helemaal zelf te doen. Die combinatie – druk van buiten en van binnen – betekent dat meer doelen via netwerken gerealiseerd worden. Niet alles, wel meer. Dat is waar het werken in netwerken als extra aanpak, als uitzondering op de regel, op de langere termijn tekort schiet. Het betekent dat netwerkend werken altijd anders werken blijft. Het is de uitzondering op de regel. Meestal doen we het ‘gewoon’ en bij uitzondering doen we het ‘netwerkend’. Daarmee is de netwerkende aanpak een ongewone, bijzondere aanpak. Anders dan anders, meer risicovol dan wat we normaal doen. Dat gaat niet om meer of minder, maar om bijzonder versus gewoon, om netwerkend werken als default of als deviate optie. Netwerkend werken vindt plaats vanuit een organisatie die op andere principes is gebouwd.”

Download pdf

Bibliografie

Steen, M. van der,  Scherpenisse, J. en Twist, M. van (2015)  Sedimentatie in sturing: Systeem brengen in netwerkend werken door meervoudig organiseren. Den Haag: Nederlandse School voor Openbaar Bestuur.

Publiek management op de grens van chaos en orde

Over leidinggeven en organisateren in complexiteit

Geert Teisman | 2005, Boom

Moderne, complexe samenlevingen balanceren op de grens van chaos en orde. Er is behoefte aan orde, maar tegelijkertijd bestaat er weerstand tegen een overdosis aan regels en wetten. Er is behoefte aan innovatie, maar ook angst voor ongewenste ontwikkelingen. De leidinggevende in de complexe samenleving die orde nastreeft, loopt het risico een verstard systeem te creëren. De leidinggevende die slechts oog heeft voor ontwikkeling en innovatie, zorgt mogelijk voor vluchtige oplossingen.

‘Publiek management op de grens van chaos’ en orde onderscheidt deze twee typen leidinggevenden, kort gezegd de ordezoeker en de ontwikkelaar en laat vervolgens zien hoe ze zich tot elkaar verhouden. Aan de hand van voorbeelden uit de praktijk wordt duidelijk dat complexe samenlevingen vragen om een evenwichtige combinatie van en interactie tussen beide vormen van leiderschap.

Dit boek is geschreven voor professionals die de publieke zaak zijn toegedaan en de hedendaagse complexiteit beter willen begrijpen en managen.

Bibliografie

Teisman, G. (2005) Publiek management op de grens van chaos en orde: Over leidinggeven en organisateren in complexiteit. Schiedam: Boom.

Wat zou Harrie doen?

Risicomanagement in de gemeente Haarlem

Gemeente Haarlem | 2017

Wij stellen je graag voor aan Harrie, de acronym die staat voor HAaRlems RIsicomanagement Expertisenetwerk. Harrie is een dynamisch kennisnetwerk op het gebied van risicomanagement, dat getrokken wordt door onze risico-coördinatoren en concerncontrol. Iedereen die zich bezig houdt met risicomanagement kan zich hierbij aansluiten. Wie meer wil weten over risicomanagement of het invoeren daarvan, kan een beroep doen op Harrie, want Harrie wil graag dat we binnen de gemeente bewust omgaan met risico’s.

In dit boekje hanteert Harrie een aantal uitgangspunten. Hierin zijn de basisprincipes van risicomanagement verwerkt. Voor wie concreet met risicomanagement aan de slag wil, licht Harrie alle stappen toe die doorlopen moeten worden in het cyclische proces van risicomanagement. Voor alle stappen geeft Harrie een aantal geschikte methodieken en enkele praktische adviezen.

Voor diegenen die graag willen weten hoe je risico management kunt verankeren in je project of organisatie, reikt Harrie een model aan dat gebaseerd is op de ISO 31000 norm die we hanteren in de Richtlijn Risicomanagement. Hierin heeft Harrie ook een aantal vragen opgenomen waarmee je op hoofdlijnen kunt bepalen of je de juiste condities hebt gecreëerd voor effectief risicomanagement. Mocht je in de praktijk vastlopen, dan zijn die vragen tegelijk een handig hulpmiddel om te achterhalen hoe dat komt.

Dit boekje is geen handboek risicomanagement. Doel van het boek is tweeledig: er voor zorgen dat we in Haarlem bewust omgaan met risico’s en spraakverwarring voorkomen door het creëren van een gemeenschappelijke taal. Voor dat laatste heeft Harrie in de bijlage een begrippenlijst bijgevoegd. Wie meer wil weten, wordt door Harrie doorverwezen naar relevante vakliteratuur, websites, opleidingen of naar Harrie zelf.

Harrie neemt daarmee wel een risico, want hoe meer Harrie er in slaagt om risicomanagement te stimuleren, hoe meer er een beroep op hem zal worden gedaan. Harrie neemt dit risico bewust.

Download Harrie

Intelligent bestuur verbeeld(t)

Modell(er)en van openbaar bestuur

Martin Schulz, Mark van Twist, Martijn van der Steen en Christiaan van der Kaaij | 2023, NSOB

In een periode van 12,5 jaar heeft de NSOB samen met zeven verschillende ministeries gewerkt aan het kennisprogramma Intelligent Bestuur. Gedurende deze periode hebben wij voor de ministeries gezamenlijk en apart onderzoeken verricht en in interactie met hen modellen gemaakt voor de meest uiteenlopende beleidsterreinen en praktijken: van thuiszitters in het onderwijs, tot winnaars en verliezers in transities; van zelfsturing door burgers, tot omgaan met signalen; van sturen op de lange termijn, tot het omgaan met maatschappelijke onvrede. In deze publicatie worden 15 van deze ontwikkelde modellen bijeengebracht.

Elk hoofdstuk start met een casus uit de praktijk, dan volgt de visualisatie van het model, met de toelichting en kritische kanttekeningen om met elkaar over in gesprek te gaan. Tot slot van elk hoofdstuk vindt u een verwijzing naar de NSOB essays die de inspiratie vormden voor het model en waarin aanvullende (wetenschappelijke) literatuur over het onderwerp te vinden is.  Met de modellen beogen we de complexiteit, veelzijdigheid en meervoudigheid van empirische praktijken te duiden en ideeën aan te reiken voor het verbreden van het handelingsrepertoire bij dilemma’s en ingewikkelde dynamieken.

Het programma Intelligent Bestuur is dan ten einde, maar het reflecteren, verdiepen en het in interactie met elkaar gebruiken en ontwikkelen van modellen gaat door. Daarom hebben we de modellen niet alleen in het boek zelf beschreven, maar vindt u ze ook apart in een Werkboek, waardoor u er zelf, of, beter nog, samen met collega’s mee aan de slag kan om meerdere perspectieven te verkennen en te bediscussiëren bij vragen waar u in uw praktijk tegenaan loopt. Onderstaand is het werkboek in zijn geheel en daaronder alle lossen werkbladen te vinden.

Modellen maken in samenspraak

Modellen zijn er in vele soorten en maten. Als wij hier spreken over een model, bedoelen we vooral de conceptuele modellen die in het openbaar bestuur worden gebruikt om de complexiteit van bestuur en samenleving hanteerbaar te maken. Modellen zijn op allerlei manieren te maken. Door buitenstaanders, al dan niet deskundig, die van buiten de werkelijkheid die ze observeren analyseren, daaruit de kenmerkende elementen kiezen en die in een representatie verwerken. Het model wordt dan ‘buiten’ gemaakt, zodat mensen er binnen gebruik van kunnen maken. Zo zit het bijvoorbeeld met de metrokaart: die is door een ander gemaakt en ligt voor de reiziger klaar voor gebruik.

Een andere manier om te modelleren, is door interactie tussen binnen en buiten. Het model is dan niet het product van de buitenstaander die scherp analyseert en op basis daarvan beschrijft en representeert, maar van interactie tussen betrokkenen en buitenstaanders. Voor de meeste modellen in dit boek geldt dat ze het product zijn van een dergelijke interactie. Het tot stand brengen van de hier te bespreken modellen – het modelleren – is dan geen tekentafelproces, maar eerder een opbrengst van gesprek en gezamenlijk zoeken – ook als de basis soms gevonden wordt in een al bestaand model.

Met daarin wellicht op momenten een tekentafel, maar daar staan betrokkenen dan samen met de modelleurs omheen. Modellen komen dan tot stand in interactie met de praktijk. De bestuurs- kundig onderzoeker vervult daarin een belangrijke rol, die veel verder gaat dan simpelweg verslag leggen en visualiseren van wat de anderen zeggen. Modellen zijn er nooit vanzelf, maar vereisen analyse en duiding van wat er is, interpretatie van wat dat kan betekenen, keuzes over wat er meer of minder van belang is, en ideeën over waar het met de praktijk heen zou kunnen gaan. Een model is daarmee ook altijd in zekere mate normatief en die normativiteit wordt er mede door de onderzoekers ingebracht.

Zo zijn we de afgelopen 12,5 jaar als NSOB-onderzoekers in vele sessies, workshops, interviews en dialogen met bestuurders en ambtenaren in gesprek gegaan over hun praktijk, waarbij we al improviserend en itererend voor allerlei vraagstukken modellen hebben ontwikkeld, verfijnd of toepasbaar gemaakt. Nooit in een keer goed, maar in talrijke vervolggesprekken en sessies fijn geslepen en meer ‘fit for purpose’ gemaakt. Nooit bedoeld als sluitend antwoord op de complexiteit van vraagstukken en als logische route op weg naar ‘de eeuwige oplossing’. De modellen zijn vooral een uitnodiging tot nader gesprek over de complexiteit, als taal om in gesprek ‘dichter langs elkaar heen te praten’ en zodoende te komen tot handelingsopties.

Download boek

Podcast De kracht en het risico van modellen in het openbaar bestuur met Boudewijn Steur

Bibliografie

Schulz,M., Twist, M. van, Steen, M van der, en Kaaij, C. van der (2023) Intelligent bestuur verbeeld(t): Modell(er)en van openbaar bestuur. Den Haag: Nederlandse School voor Openbaar Bestuur.

Gezocht: Diplomatieke amokmaker

Perspectieven op de toekomst, aan de vooravond van de benoeming van de derde deltacommissaris

Kees Lambregtse, Roland Heijnen, Jasper Groebe, Babs van den Broek | 2023, NSOB

De wateropgave is diepgeworteld in de geschiedenis van ons land. Nederland leeft met water. We wanen ons veilig achter de dijken, maar misschien is dat wel te lichtzinnig gedacht. Het water blijft ons immers geregeld verrassen. Water raakt ons allemaal. Dat was de reden waarom wij met z’n vieren voor deze eindopdracht kozen: het onderzoek naar de rol en positie van de deltacommissaris.

De dijken langs de grote rivieren hielden het ternauwernood, maar op 30 januari brak de dijk langs de Dommel bij Den Bosch door, waardoor de achterliggende polder en de rondweg A2 onderliepen. De 180.000 inwoners van de Bommelerwaard en lage delen van de Betuwe werden geëvacueerd. Een gigantische operatie. Op 1 februari werd het kritiek bij Ochten, toen de Waaldijk daar ging schuiven. Op 2 februari werd bij Lobith een topstand van 16,68+NAP gehaald. Daarna ging het water zakken, maar het duurde nog dagen voor het gevaar helemaal was geweken. Het besef dat we bij extreem weer helemaal niet zo veilig achter de dijken zijn, dreunde nog tijden na.
Een spannend verhaal van vroeger, zo lijkt het, maar niets is minder waar. Hoe lang zijn we nog veilig achter de dijken? Mogelijk is de zeespiegel over 50 jaar meer dan een meter gestegen. Terwijl bij de bouw van de indrukwekkende Deltawerken rekening gehouden is met een zeespiegelstijging van 40 centimeter. Dat maakt het vraagstuk van het water urgenter en politieker dan het lang is geweest.

Samenvatting

Door de staf Deltacommissaris is de vraag gesteld hoe de rol en positie van de Deltacommissaris is te borgen of te versterken in het licht van steeds urgentere opgaven. Een zeer actuele vraag aan de vooravond van de benoeming van de derde deltacommissaris.

In de periode januari – juni 2023 hebben we het onderzoek uitgevoerd: “Welk advies is te formuleren over de positionering van het instituut deltacommissaris, in het licht van de beoogde ambities, de veranderende water- opgaven en de publieke waarde die de deltacommissaris realiseert?”
In dit adviesrapport beschrijven wij allereerst de ontstaansgeschiedenis, het institutionele speelveld en de ontwik- keling van het instituut in de tijd. We schetsen met welk doel de deltacommissaris is ingesteld en hoe de wetgever heeft nagedacht over de positionering. We beschrijven de positie van de deltacommissaris binnen het institutionele systeem van partijen die samenwerken aan opgaven op het vlak van waterveiligheid, zoetwater en klimaatadaptatie. We onderzoeken hoe organisaties met elkaar samenwerken door te kijken naar de interactie tussen personen. Hierin is de publieke waarde van de deltacommissaris de rode draad. Dit alles geeft inzicht in mogelijke interventies voor verandering.

We hebben hiervoor een theoretische lens gecreëerd om met scherpe blik naar de deltacommissaris en zijn omgeving te kunnen kijken en de gelaagdheid van waarde, rol en positie van het instituut in beelden te vangen. Daarbij baseren wij ons op concepten en invalshoeken uit de ‘institutionele theorie’; een stroming binnen de bestuurskunde en organisatiewetenschappen. Naast literatuurstudie spraken we met zo’n veertig stakeholders, zaten we als ‘fly on the wall’ bij werkoverleggen van de staf en namen we deel aan een watercongres en werkbezoeken van de deltacommissaris. Deze activiteiten leverden ons naast pakkende metaforen een rijk palet van beelden op.

Op basis van onze institutionele analyse met behulp van vele citaten uit de interviews brengen we in dit rapport de publieke waarde in beeld die de deltacommissaris levert. De spanningen, dilemma’s en paradoxen die in het systeem aanwezig zijn tekenden we op. Uit de literatuur en de gesprekken filteren we kernbegrippen die we als ‘sensitizing concepts’ gebruiken. Op deze manier komen we tot vier richtinggevende ontwikkelperspectieven die we beschrijven aan de hand van passende metaforen: Zekering, Vuurtoren, Klimaatcommissaris en Hefboom. Deze perspectieven bieden aanknopingspunten om waarden bespreekbaar te maken die moeten worden geborgd of versterkt in het systeem en stellen daarbij de vraag of de deltacommissaris hierin een rol moet spelen.

Uit de gesprekken komt een kleurrijk beeld naar voren van publieke waarden die aan de deltacommissaris worden toegedicht. Soms zijn die beelden tegenstrijdig. Daaruit blijkt dat de publieke waarde van de deltacommissaris op heel verschillende manieren wordt beleefd. Zeker is dat de waarde van de deltacommissaris alom wordt gezien. Dat biedt een kans, maar hieraan zit ook een risico: de verschillen kunnen tot een ambigu en diffuus profiel leiden. Dit maakt het noodzakelijk om samen met partners hier scherpte in aan te brengen en keuzes te maken. Op die manier kan worden voorkomen dat de deltacommissaris van alles is – en daarmee van niets.

Alles overziend is het niet passend om één allesomvattend antwoord te geven op de vraag naar de toekomstige positionering van de deltacommisaris. We geven dus geen advies voor één specifieke ontwikkelrichting met een daarbij passend stappenplan en handelingsrepertoire. Wij geven in figuur 1 met vier perspectieven de richtingen aan waarin de (nieuwe) deltacommissaris zich kan ontwikkelen. De perspectieven vormen een agenda voor ‘het goede gesprek’ dat wij nodig achtten, in het bijzonder tussen het Ministerie van IenW en de deltacommissaris. In dat goede gesprek ligt de kiem voor verandering.

Download rapport

Het tij tegen

De democratische rechtsorde als fundament

Herman Tjeenk Willink | 2023

Meer dan een halve eeuw was Herman Tjeenk Willink direct betrokken bij ontwikkelingen in en rond de overheid: als publieke ambtsdrager, als maatschappelijk bestuurder, als kritische beschouwer. Hij werd niet moe erop te wijzen dat de overheid in haar beleid én functioneren moet voldoen aan de eisen van democratie en recht. Die bieden burgers zekerheid: de zekerheid dat ieder zijn zegje kan doen en wordt gehoord, de zekerheid dat ieder gelijk is voor de wet en rechtsbescherming geniet, de zekerheid dat de overheid zegt wat zij doet en doet wat zij moet doen.

Door de dominantie van het geld als ijkpunt voor beleid en het managementdenken zijn die zekerheden gestaag uitgehold. Dáártegen komen burgers – terecht, en niet voor het eerst – in opstand. Juist nu ingrijpende veranderingen nodig zijn, ontbreken vertrouwen en draagvlak.

In Het tij tegen gaat de auteur na hoe het zover kon komen, en vooral wat eraan te doen valt, en door wie.

Minister van staat Herman Tjeenk Willink (1942) was onder meer voorzitter van de Eerste Kamer, vicepresident van de Raad van State en meermalen kabinetsinformateur. Hij publiceerde recentelijk de boeken Groter denken, kleiner doen (PrinsjesBoekenPrijs 2019) en Kan de overheid crises aan?. In 2022 ontving hij de PrinsjesPrijs vanwege zijn bijzondere betekenis voor het parlement en de democratie in Nederland.

‘Herman Tjeenk Willink vertelt ons tot op de dag van vandaag waar het probleem ligt, en wat het recept is om het tij te keren en te voorkomen dat we in een onguur maatschappelijk klimaat verzanden. Met al zijn publicaties heeft hij min of meer een handboek geschreven dat populair gezegd als stevige basis kan gelden voor Politiek Crisis Management.’

Woord vooraf

“Deze bundel verschijnt op een moment dat de overheid op veel fronten hapert en burgers hun ongenoegen daarover uiten. Terecht! De weg die we veertig jaar collectief hebben bewandeld, loopt dood. Het moet anders en dat kan ook. Dat perspectief heeft me steeds gemotiveerd.

Vaak zijn mijn analyses van het functioneren van de overheid als te somber bestempeld. En het is waar, het beeld dat ik schetste week af van het positieve zelfbeeld dat Nederland koesterde en koestert. Maar om precies te weten wat er aan de hand is, moet je soms een spade dieper steken. Oppervlakkige beelden en het zoeken naar ‘schuldigen’ leveren geen verbeteringen op.

De afgelopen jaren heb ik, met mijn analyses als aanleiding, met veel mensen en groepen gediscussieerd over de problemen in hun eigen praktijk en hun oplossingen: burgers die zich actief inzetten voor de samenleving, rechters, professionals op de werkvloer – in de zorg, in het onderwijs, bij de politie – en steeds vaker ook ambtenaren. Allen ‘ambtsdragers’, die zich medeverantwoordelijk weten voor de instandhouding van de democratische rechtsorde en bereid zijn positie te kiezen tegen de uitholling daarvan. Niet uit wanhoop, maar uit zelfrespect. Die contacten hebben mijn opvatting bevestigd: het tij kan gekeerd worden. Deze bundel wordt opgedragen aan allen die zich daarvoor inzetten, als blijk van steun en ter inspiratie.”

Luister podcast door De Correspondent.

Bibliografie

Tjeenk Willink, H. (2023) Het tij tegen. Amsterdam: Uitgeverij Prometheus

Het onbehagen in de democratie

Denken in tijden van crisis

Michael J. Sandel | 2023

Een van de belangrijkste filosofen van onze tijd over maatschappelijke ongelijkheid, giftige politiek en een wankele democratie.

Het onbehagen in de democratie is een compleet herziene editie van het invloedrijke boek van Michael J. Sandel. Hij constateerde in de jaren 90 al een diepe ontevredenheid in het democratisch bestel en de ongelijkheid tussen rijk en arm. Het boek is gepubliceerd door Uitgeverij Ten Have.

Een kwart eeuw later heeft Sandel zijn visionaire werk geactualiseerd. Hij laat zien hoe de geglobaliseerde economie een samenleving van winnaars en verliezers creëerde, die de voedingsbodem bleek van de giftige politiek van onze tijd.

Bibliografie

Sandel, M. (2023) Het onbehagen in de democratie: Denken in tijden van crisis. Utrecht: Uitgeverij Ten Have.