PPS is een mindset: niet een wijze van bouwen

Harry Sterk | april 2010 (vertaald door Jack Kruf)

De belangrijkste verschillen tussen traditionele en PPS-projecten zijn volgens Harry sterk de manier waarop kosten worden gedefinieerd en hoe bouwplannen worden gemaakt. Bij een PPS-project worden de totale kosten van een project in het licht van de levenscyclus van een project geplaatst.

Harry Sterk

Traditioneel ligt de focus ‘slechts’ op de initiële bouwkosten en blijven bijvoorbeeld onderhoud en andere ‘post initiële’ kosten buiten beschouwing. De initiatiefnemer maakt geen gedetailleerd plan, maar formuleert wat er binnen een bepaald kader moet gebeuren: de outputspecificaties. 

De uitbestedende partij wordt dus gestimuleerd om binnen dat kader creatief en slim te zijn en een totaaloplossing te ontwikkelen. Als het project is gerealiseerd, ontvangt de opdrachtnemer een vergoeding op basis van de daadwerkelijke vervulling van deze outputspecificaties. Deze prikkel stimuleert de aannemer om scherp te blijven gedurende de gehele looptijd van het project. Het verklaart ook waarom de overgrote meerderheid van PPS-projecten op tijd en binnen budget wordt opgeleverd.

Vooral in financieel-economisch moeilijke tijden, zoals we die nu meemaken, zijn er genoeg extra redenen voor lokale overheden om projecten op basis van publiek-private samenwerking uit te rollen. De basis zou moeten zijn dat de projecten niet te klein zijn. De ontwikkeling van PPS-projecten neemt meestal enige tijd in beslag (het proces om van een idee een haalbaar project te maken). Dit kost tijd en geld en daarom moet het project een bepaald volume hebben om deze opstartkosten te compenseren.

Maar dit mag lokale overheden niet ontmoedigen om in PPS-projecten te investeren. Het netwerk heeft berekend dat, op basis van de studie van deze projecten afgezet tegen traditioneel gebouwde projecten, overheden tot 20% aan kosten kunnen besparen, of omgekeerd, tot 20% meer kwaliteit krijgen voor hetzelfde geld. In werkelijkheid is de winst waarschijnlijk aanzienlijk hoger, omdat deze PPS-projecten werden vergeleken met vlekkeloos uitgevoerde traditionele projecten, terwijl uit onderzoek blijkt dat maar liefst 75% van dergelijke traditionele projecten niet binnen het oorspronkelijke budget blijven en/of te laat worden voltooid. 

Dit zou investeren in PPS-projecten interessanter moeten maken, vooral in een tijd waarin de overheid extra voorzichtig moet zijn met het gebruik van overheidsgeld. Op basis van de eerder genoemde berekening kunnen overheden meer effect bereiken met minder kosten. PPS-projecten hebben een langere looptijd (20 tot 30 jaar). Met dit in gedachten bereikt de overheid meer stabiliteit in de markt dan wanneer ze kortetermijnprojecten creëert, die geen echt blijvend effect hebben. 

Daarnaast is PPS een effectieve manier voor de publieke sector om risico’s te ‘exporteren’ naar de private sector: ook hier geldt dat als de aanbestedende partij producten niet levert op vooraf vastgestelde tijdstippen, volgens de outputspecificaties, de aanbestedende partij wordt gestraft door middel van een lagere vergoeding of helemaal geen vergoeding.

Op dit moment loopt het Verenigd Koninkrijk voorop als het gaat om de realisatie van PPS-projecten in alle vormen, wegen, bruggen, ziekenhuizen, scholen, etc. De laatste jaren hebben vooral Duitsland en België grote sprongen voorwaarts gemaakt als het gaat om publiek-private samenwerking. Nederland blijft achter in internationaal perspectief. 

Desondanks is een Nederlands PPS-project genomineerd voor de ‘International PPP award’. Het militaire complex van de Kromhoutkazerne in Utrecht is genomineerd, omdat het PPS-project immens groot was (8.0.000 m2), het op tijd werd opgeleverd (binnen 18 maanden), binnen budget bleef (met een kostenreductie van 15%) en een uitstekende functionele oplossing bood voor de zeer complexe behoeften van moderne defensieorganisaties.

Wanneer een publieke organisatie weinig ervaring heeft met het werken aan projecten op basis van partnerschappen, kan dit ertoe leiden dat organisaties overbezorgd zijn bij het aangaan van nieuwe projectpartnerschappen. Het resultaat op de lange termijn is dat een organisatie achterloopt in ervaring en in het maken van langetermijnplannen. het netwerk is momenteel actief in het creëren van een toolkit voor lokale overheden. In deze toolkit kunnen overheden gebruik maken van best practices en PPS ook toepassen op kleinere projecten.

Uiteindelijk komt het erop neer dat men zich realiseert dat PPS-projecten kunnen worden gebruikt in alle mogelijke sectoren, zo divers als de aanleg van wegen, gezondheidszorg, scholen, gevangenissen, waterwegen, IT-projecten… en zo kan ik nog wel even doorgaan. Het is belangrijk dat mensen zich realiseren dat publiek-private samenwerking gaat over een denkwijze en niet over een bouwoplossing.

Een paar tips bij het opstarten van een nieuw project:

  • Controleer in een vroeg stadium of een project PPS-potentieel heeft en niet op het moment dat de plannen al zijn opgesteld.
  • Laat je bij twijfel bijstaan door experts. Dit betaalt zichzelf op de lange termijn terug.
  • Nieuwe projecten vragen om visie en gedrevenheid van de leidinggevenden. Omdat de meeste organisaties maar weinig ervaring hebben met PPP, zullen medewerkers intuïtief terugvallen op traditionele methoden.
  • Denk niet dat PPS een magische truc is waarmee je een oplossing krijgt en geld bespaart, hoe slecht je business case ook is. Een plan heeft nog steeds fatsoenlijke financiële steun nodig.

Het PPS Netwerk te Zeist is opgezet door publieke en private organisaties, variërend van financiële bedrijven, adviesbureaus, de bouwsector tot de lokale en centrale overheid. De missie van het netwerk is enerzijds om te voorkomen dat projecten die wel geschikt zijn voor PPS op een traditionele manier worden gerealiseerd, omdat de initiatiefnemer niet genoeg kennis en ervaring heeft met PPS. anderzijds wil het netwerk voorkomen dat projecten die niet geschikt zijn voor PPS toch als PPS-project worden uitgevoerd. De leden van het netwerk worden meer dan eens door gemeenten gevraagd om potentiële projecten te quickscannen en te beoordelen wat PPS voor dat project zou kunnen betekenen of hoe de bestaande samenwerking kan worden versterkt.

Bibliografie

Sterk, H. (2010). PPP is a mindset: not a way of building. PRIMO Risk Management & Governance, April 2010.

Vertaling: Jack Kruf.