Cadbury report
The Committee on the Financial Aspects of Corporate Governance and Gee and Co | december 1992
Dit rapport is een mijlpaal in de corporate besturing. Het is 1992. Het Cadbury Report wordt gepubliceerd. Baanbrekend – voorgezeten door Sir Adrian Cadbury – en het leidde tot verbeteringen in de normen voor deugdelijk bestuur in haar algemeenheid. Het was een reactie op het schandaal in 1991 bij de Bank of Credit and Commerce International.
Het rapport deed specifieke aanbevelingen voor goed ondernemingsbestuur, die het omschreef als “best practice” of “gedragscode”. Het rapport was zeer invloedrijk bij het ontwikkelen van organisatiecodes met betrekking tot de verantwoordingsplicht van externe aandeelhouders.
Het rapport vermeldde “de voortdurende bezorgdheid over normen voor financiële verslaggeving en verantwoording, … die corporate governance in de publieke belangstelling heeft gehouden.” Enkele bevindingen en aanbevelingen vertellen het verhaal van de zoektocht naar codes, checks and balances:
-
- Door de Code na te leven zullen beursgenoteerde ondernemingen hun controle over hun bedrijf en hun publieke verantwoording versterken. Op die manier vinden ze het juiste evenwicht tussen het voldoen aan de normen van corporate governance die nu van hen worden verwacht en het behouden van de essentiële ondernemingsgeest.
- Elke beursgenoteerde onderneming moet worden geleid door een effectieve raad van bestuur die de onderneming kan leiden en controleren.
- Het kader waarbinnen auditors werken is in bepaalde opzichten echter niet goed ontworpen om de objectiviteit te bieden die aandeelhouders en het publiek verwachten van auditors bij het uitvoeren van hun functie.
- Het nieuwe systeem is pas onlangs ingevoerd en de volledige impact ervan moet nog merkbaar worden. In de volgende paragrafen onderschrijven we de stappen die worden genomen en bevelen we aanvullende maatregelen aan om het vertrouwen van het publiek in de controleaanpak te versterken.
- Wij zijn van mening dat de controle moet worden uitgebreid, wat de gebruikers van de rekeningen ten goede zal komen en de controle meer in overeenstemming zal brengen met de verwachtingen van het publiek.
- Wat het melden van fraude betreft, is de huidige rechtspositie dat vertrouwelijkheid een impliciete voorwaarde is van het contract van een auditor en dat er een algemeen belang is bij het onderhouden van vertrouwelijke relaties met cliënten. Normaal gesproken is het daarom de plicht van de auditor om fraude te melden aan het senior management. Het is echter ook in het algemeen belang dat fraude snel wordt aangepakt en dit kan betekenen dat zaken moeten worden gemeld aan een bevoegde autoriteit.
Bibliografie
Code, C. (1992). The financial aspects of corporate governance. The Committee on the Financial Aspects of Corporate Governance and Gee and Co. Ltd, 1(3).
Selectie en Nederlandse vertaling: Jack Kruf.
