De wereld waarin kinderen opgroeien is sinds 2016 sterk veranderd. Oorlogen, stikstofuitstoot en aandacht voor klimaat drongen niet zoals nu door tot de levens van Nederlandse kinderen. Het woord corona kenden kinderen niet. Decentralisaties in het sociale domein waren net ingevoerd en de jeugdzorgproblematiek was minder groot dan nu.
In de wereld van nu zijn er grote problemen. We zien dat deze problemen leiden tot grote tegenstellingen in de samenleving. Tot boosheid, onaardig gedrag en oplossingen die uitblijven. Kinderen krijgen mee dat volwassenen, op wie zij dachten te kunnen vertrouwen, het niet meer weten. Dat heeft een enorme impact op hun ervaren gevoel van veiligheid. Dit kan het hebben van een onbezorgde jeugd in de weg staan. Het vraagt iets anders, iets nieuws van ouders. Want ook voor hen is de wereld in de afgelopen jaren sterk veranderd. Het vraagt ook iets nieuws van degenen die zich professioneel tot kinderen verhouden. Die met en voor hen werken.
De Kinderombudsman wil daarom juist nu van kinderen weten hoe zij de huidige wereld ervaren, en wat zij nodig hebben om perspectiefvol groot te worden. Zijn kinderen in verschillende delen van Nederland vergelijkbaar gelukkig, krijgen zij dezelfde kansen? En delen ze dezelfde zorgen en dezelfde agenda voor de toekomst? Wat zouden zij doen als zij werkelijk inspraak zouden hebben?”
Enkele resultaten
-
- De meeste Nederlandse kinderen zijn gelukkig.
- Zij geven hun leven gemiddeld een 7,7.
- Niet alle kinderen zijn even gelukkig met hun leven. Ongeveer 13,3% geeft hun leven een onvoldoende (rapportcijfer van 5 of lager). Dat zijn 312 kinderen.
- Kinderen zijn niet tevreden over de steun die ze krijgen van volwassenen (niet hun ouders) om hen heen.
- Kinderen zijn niet tevreden over het voorbeeld dat ze krijgen van volwassenen (niet hun ouders) om hen heen.
- Kinderen vertellen vaak dat hun eigen gedrag of gevoel moet verbeteren.
- Kinderen maken zich zorgen over de oorlog in Oekraïne en het klimaat.
Wat moet er veranderen en wie moet dat doen?
De Kinderombudsman ziet dat kinderen vinden dat zij veel zelf moeten doen. En dat zij dit moeilijk vinden. Ze zijn niet zo tevreden over de steun die zij krijgen van de volwassenen om hen heen. Ook vinden zij dat volwassenen niet altijd een goed voorbeeld geven. Wij vinden dat alle volwassenen in Nederland hier hun verantwoordelijkheid in moeten nemen. Zij moeten goed kijken naar hun eigen gedrag en het goede voorbeeld geven. Bijvoorbeeld over hoe je met elkaar omgaat en hoe je problemen samen oplost. Verder vraagt de Kinderombudsman gemeenten en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om kinderen in Nederland beter te helpen. Aan gemeenten vragen wij:-
- Te onderzoeken wat kinderen in hun gemeente nodig hebben en ook oplossingen met kinderen te bespreken.
- Aan de slag te gaan met kinder- en jongerenparticipatie in hun gemeente.
- Bij het maken van beleid en andere regels, te kijken hoe dit de rechten van kinderen beïnvloedt.
-
- In hun aanpak om kinderen zich fijner en gelukkiger te laten voelen, mee te nemen dat kinderen meer steun en het goede voorbeeld nodig hebben van volwassenen.
- Ervoor te zorgen dat alle overheidsorganisaties bij het maken van beleid, wetten en andere regels, kijken hoe dit de rechten van kinderen beïnvloedt.
- Download rapport.
